• Home
  • Contactlenzen en zuurstofdoorlatendheid
  • Contactlenzen en zuurstofdoorlatendheid

    Contactlenzen en
    zuurstofdoorlatendheid

  • Teaser image

Contactlenzen en zuurstofdoorlatendheid

Ook de ogen moeten ademen: het hoornvlies heeft zuurstof nodig om gezond te blijven. Wie contactlenzen draagt, moet opletten dat die zuurstof doorlatend zijn. Hier leest u hoe u de zuurstofdoorlatendheid van contactlenzen meet en welke lenzen het meest geschikt zijn.

Wat betekent zuurstofdoorlatendheid bij contactlenzen?

Het hoornvlies van het oog heeft zuurstof en voedingsstoffen nodig om te functioneren. Dat krijgt het niet via de bloedvaten, maar via de traanfilm die zich op de ogen bevindt. Als er adertjes door het hoornvlies zouden lopen, zou het immers niet doorzichtig zijn. Aangezien de contactlenzen direct op het hoornvlies worden geplaatst, moet ervoor worden gezorgd dat dit nog steeds voldoende zuurstof krijgt. Dat is mogelijk met moderne luchtdoorlatende materialen.

Het materiaal maakt het verschil

De zuurstofdoorlatendheid van de contactlenzen is afhankelijk van het gebruikte materiaal. Hydrogel wordt sinds de jaren zestig gebruikt en is niet bijzonder doorlatend. Deze lenzen bestaan zelf voor een groot deel uit water. Hierbij wordt de zuurstof door de lens heen naar het hoornvlies geleid. Over het algemeen biedt een hoger watergehalte bij hydrogel lenzen een hogere zuurstofdoorlatendheid. Doordat de lenzen tot slechts een bepaalde limiet uit water kunnen bestaan, is de doorlatendheid beperkt.

In het begin van de 20e eeuw kwamen er zeer luchtdoorlatende contactlenzen van silicone hydrogel op de markt. Sommige modellen kunnen zelfs tijdens het slapen worden gedragen omdat ze ook bij gesloten ogen genoeg zuurstof doorlaten. Maar de hoge luchtdoorlatendheid van de contactlenzen is niet afhankelijk van het watergehalte. Het materiaal bevat siliconen en hiermee is een effectief zuurstoftransport mogelijk. Daarom hebben lenzen van silicone hydrogel vaak een laag watergehalte en zijn ze ook geschikt voor droge ogen.

Het gezondst voor het hoornvlies zijn harde contactlenzen. Die bevatten helemaal geen water en bestaan toch uit een zeer doorlatend materiaal. Doordat deze, in tegenstelling tot de grotere, zachte lenzen, slechts een klein deel van het hoornvlies bedekken, is de zuurstoftoevoer hoger.

Zuurstofdoorlatendheid van contactlenzen: Dk-waarde en Dk/t-waarde

De producenten vermelden op de verpakking de luchtdoorlatendheid van de contactlenzen. Let op de Dk-waarde of Dk/t-waarde. Hoe hoger deze waarde, hoe hoger de doorlatendheid van de contactlens. Met de Dk-waarde wordt de zuurstofdoorlatendheid (permeabiliteit) aangegeven. Het is een meeteenheid voor de doorlatendheid van gassen, waaronder zuurstof, in het contactlensmateriaal. De D staat voor de diffusiviteit van het materiaal en hiermee wordt aangegeven hoe makkelijk gassen door het materiaal heen kunnen dringen. Met de k wordt de oplosbaarheid van het gas in het materiaal aangegeven en ziet u hoeveel gas zich in het materiaal bevindt.

Met de Dk-waarde wordt dus de doorlatendheid van het materiaal aangeduid, maar de waarde houdt geen rekening met de lensdikte. Die heeft invloed op de zuurstofdoorlatendheid van de contactlenzen. Daarom gebruiken sommige producenten de Dk/t-waarde, die de zuurstofoverdraagbaarheid aangeeft. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de dikte (t) van de lens. Aangezien contactlenzen met een verschillende dioptriewaarde een verschillende sterkte kunnen hebben, heeft dit meestal betrekking op lenzen met een sterkte van min drie dioptrie.

Bij beide eenheden moet u echter beseffen dat deze waarden in een laboratorium worden vastgesteld. Het gedrag van de lens in het oog is moeilijk te voorspellen. Bij modellen met een hoog watergehalte verdampt er water tijdens het dragen, waardoor de luchtdoorlatendheid afneemt. Voor gezonde ogen raden experts bij hydrogel lenzen een Dk/t-waarde van 20 of meer aan. Over het algemeen worden zuurstofdoorlatende contactlenzen van silicone hydrogel aanbevolen. Alleen de vakman weet welk materiaal het meest geschikt is voor uw oog. Daarom moet u lenzen altijd laten aanmeten door een opticien of oogarts.

Vergelijking van de Dk/t-waarde van verschillende materialen:

  • Hydrogel lenzen: 10 tot 50
  • Silicone hydrogel lenzen: 70 tot 175
  • Harde contactlenzen: 70 tot 210

Wat gebeurt er bij een lagere zuurstofdoorlatendheid van contactlenzen?

Bij contactlenzen die niet juist zijn aangemeten of die een te lage Dk-waarde hebben, kunnen problemen ontstaan met de zuurstoftoevoer. Vooral hydrogel lenzen met een lage Dk/t-waarde veroorzaken hypoxie (zuurstoftekort). Daarom is het bij alle contactlenzen belangrijk dat u de door de contactlenzenspecialist genoemde draagduur niet overschrijdt. Bovendien moet u de lenzen niet dragen tijdens het slapen, tenzij ze specifiek daarvoor geschikt zijn. Anders kunnen er in het hoornvlies pathologische veranderingen optreden die vaak niet meer kunnen herstellen. Voorbeelden hiervan zijn hoornvlieszwelling (cornea-oedeem) of angiogenese . Dat laatste is een veelvoorkomend probleem bij zuurstofgebrek: Doordat het hoornvlies geen zuurstof meer krijgt via de gebruikelijke weg, beginnen er kleine adertjes in het hoornvlies te groeien die via het bloed zuurstof aan het hoornvlies leveren. Die adertjes verdwijnen niet en kunnen het gezichtsvermogen beïnvloeden.

Wetenswaardigheden over de zuurstofdoorlatendheid van contactlenzen

  • De zuurstofdoorlatendheid wordt aangegeven met de Dk-waarde of Dk/t-waarde.
  • De luchtdoorlatendheid varieert afhankelijk van het materiaal en de lensdikte.
  • Een te lage zuurstofdoorlatendheid kan leiden tot beschadiging van het hoornvlies.

Aanbiedingen en kortingscodes als eerste ontvangen!

Meld je nu aan en bespaar 5% op de volgende bestelling.**

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het privacybeleid en de servicevoorwaarden van Google zijn van toepassing.

Betaalmethoden

Verzendpartner

Alle prijzen vermeld op onze website zijn onder voorbehoud en inclusief BTW. Afbeeldingen kunnen afwijken.

*Adviesprijs