Contactlenzen: het watergehalte bij zachte en harde lenzen

Op verpakkingen van contactlenzen staan diverse verwarrende waarden die niet elke lenzendrager meteen begrijpt. Een daarvan is het watergehalte van de contactlenzen. U leest hier wat dit is, welke lenzen hoeveel water bevatten en waarom een hoog watergehalte voor droge ogen eerder schadelijk dan nuttig is.

Wat is het watergehalte?

Met het watergehalte van contactlenzen wordt aangegeven hoeveel procent van de contactlens uit water bestaat. Dit is afhankelijk van het materiaal waarvan de lens is gemaakt. Zachte lenzen hebben een hoger watergehalte dan harde lenzen. Bij sommige materialen betekent een hoger watergehalte dat de lens heel zuurstofdoorlatend is omdat het zuurstof door het water in de lens naar het hoornvlies wordt geleid. Het hoornvlies zelf heeft een watergehalte van ongeveer 78 procent.

Watergehalte bij zachte lenzen

Bij zachte contactlenzen is het watergehalte belangrijk omdat ze door het water zacht en flexibel worden en daardoor aangenaam te dragen zijn. De lenzen worden gedeeltelijk gemaakt van hard materiaal en daarna in een zoutoplossing gelegd. Hierin vullen de lenzen zich met vocht, waardoor ze zacht worden. Dit proces heet hydratatie. Als gevolg hiervan drogen contactlenzen uit wanneer deze niet in de ogen of in lenzenvloeistof zitten. Het water verdampt, de lenzen worden hard en trekken samen. Als u de lenzen in een vloeistof legt, zuigen deze zich weer vol. U mag ze dan niet meer gebruiken omdat ze door uitdroging mogelijk zijn beschadigd. Dit is voor de leek echter niet zo makkelijk te zien.

Contactlenzen uit hydrogel hebben een watergehalte van ongeveer 40 tot 70 procent. Bij silicone hydrogel lenzen is de waarde vaak lager en ligt ze slechts tussen de 30 en 50 procent. Dit komt ook doordat silicone zelf zuurstofdoorlatend is. In dit geval is het watergehalte van de contactlenzen van ondergeschikt belang. Door het lagere watergehalte zijn de silicone hydrogel lenzen iets steviger en minder flexibel dan hydrogel lenzen.

Harde contactlenzen en watergehalte

Dat is ook de reden waarom harde contactlenzen hard zijn: Ze bevatten weinig tot geen water. Dit heeft als voordeel dat deze niet kunnen uitdrogen, wat wel het geval is bij zachte lenzen. Maar ze voelen echter minder prettig aan in de ogen. De gewenning aan harde lenzen duurt meestal iets langer.

Toch hebben de vormvaste lenzen een hogere zuurstofdoorlatendheid dan zachte lenzen. Dit komt door het gasdoorlatende materiaal. Ze zijn kleiner dan zachte lenzen en bedekken niet het volledige hoornvlies. Bovendien zuigen ze zich niet vast, maar liggen op de traanfilm. Hierdoor krijgt het hoornvlies meer zuurstof en voedingsstoffen.

Waarom een hoger watergehalte niet altijd goed is

Een hoger watergehalte speelt een belangrijke rol bij het draagcomfort van lenzen. Bovendien verdraagt niet iedereen lenzen met een hoog watergehalte. Het klinkt tegenstrijdig, maar lenzendragers met droge ogen kunnen beter producten met een lager watergehalte kiezen. Als u de contactlenzen in de ogen doet, verdampt de opgenomen vloeistof. Om het watergehalte weer aan te vullen, wordt traanvocht onttrokken aan de ogen. Daardoor worden droge ogen nog droger. In dat geval zijn contactlenzen met een hoog watergehalte contraproductief.

Voor droge ogen worden silicone hydrogel lenzen of zelfs harde contactlenzen met een laag watergehalte aangeraden. Het opgegeven watergehalte van de lens zegt niet altijd iets over de zuurstofdoorlatendheid . De Dk-waarde of Dk/t-waarde op de verpakking biedt meer informatie. Hiermee wordt de werkelijke zuurstofdoorlatendheid aangegeven.

Maar een leek kan niet bepalen welk watergehalte nodig is en welk materiaal geschikt is voor zijn ogen. Hiervoor moet u naar een opticien of een oogarts.

Wat u moet weten over het watergehalte van contactlenzen

• Met het watergehalte van contactlenzen wordt aangegeven uit hoeveel procent water een contactlens bestaat.
• Het water zorgt voor draagcomfort van zachte lenzen.
• Bij droge ogen is een lager watergehalte geschikter.