Sterkte van de contactlenzen: deze waarden moet u kennen
Contactlenzen zitten rechtstreeks op het oog. Daarom is het heel belangrijk dat ze goed passen. Maar welke sterkte van contactlenzen hebt u nodig? Kunt u gewoon de waarde van uw bril gebruiken? Wij leggen uit welke gegevens en waarden van belang zijn als u contactlenzen koopt.
Contactlenzen: welke sterkte hebt u nodig?
De sterkte van contactlenzen wordt net als bij een bril uitgedrukt in dioptrie. Dit wordt ook sfeer genoemd en op de verpakking van contactlenzen afgekort als SPH, PWR of D. Bij bijziendheid staat er een min-teken voor de waarde, bij verziendheid een plus-teken. Deze waarden kunt u best laten vaststellen door een opticien of een oogarts.
Draagt u reeds een bril, dan hebt u ook een brilpas, waarin de sterkte van uw bril genoteerd staat. Deze waarde mag niet zomaar worden toegepast op uw contactlenzen. Een bril staat 12 tot 16 millimeter van het oog verwijderd. Deze afstand wordt ook de hoornvliesafstand genoemd. Aangezien contactlenzen rechtstreeks op het oog liggen, is er haast geen afstand. Dit heeft gevolgen voor de sterkte van de contactlenzen. Bij een refractieafwijking van meer dan +/- 4 dioptrie moet de waarde opnieuw berekend worden, want anders hebt u te zwakke of te sterke contactlenzen. Bij een lage sterkte kunt u meestal de brilwaarde overnemen, tenzij u ook een verkromming van het hoornvlies hebt.
Bij contactlenzen is niet alleen de sterkte van het gezichtsvermogen van belang
Ook als de dioptrie-waarden dezelfde blijven, kunt u niet zonder een bezoekje aan de opticien. Voor contactlenzen hebt u nog andere parameters nodig, die alleen een specialist met het juiste materiaal kan vaststellen. Uw opticien of oogarts zal bovendien de staat van uw hoornvlies onderzoeken. Zij weten welke materiaal van contactlenzen het best geschikt is voor uw oog en kunnen u advies geven voor de gebruikswijze en het onderhoud ervan.
Maten voor de juiste pasvorm
De volgende maten hebt u nodig om te voorkomen dat de contactlenzen te klein of te groot zijn:
- : De 'grootte' van de contactlenzen bedraagt bij zachte contactlenzen ongeveer 14 millimeter. Harde lenzen zijn wat kleiner, met een diameter van 8 tot 11 millimeter.
- (BC, ook radius genoemd): Verwijst naar de welving van de contactlens. Hoe lager de waarde, des te sterker de kromming van de lens. Lage BC-waarden zijn vooral geschikt voor kleine ogen.
Verkromming van het hoornvlies
Heeft men een verkromming van het hoornvlies (astigmatisme), dan moet die gecorrigeerd worden door torische contactlenzen. Ook in dat geval is de tussenkomst van een opticien onmisbaar. Bij kleine verkrommingen kan men vaak normale lenzen gebruiken. In dat geval verrekent
de waarde van de verkromming van het hoornvlies met de sterkte van de contactlenzen. Bij torische lenzen zijn er twee extra waarden nodig:- : De cilinder duidt de maat van de verkromming van het hoornvlies aan. Hij wordt, net zoals de sterkte van de contactlenzen, uitgedrukt in dioptrie. Op de verpakking van contactlenzen wordt deze waarde meestal in min aangeduid. Is hij op de brilpas of het medische voorschrift in plus aangeduid, dan moet hij desgevallend nog omgerekend worden.
- Asrichting (A, AX, AXIS): De as duidt de plaats van het astigmatisme aan. Die ligt tussen 0 en 180 graden.
Ouderdomsverziendheid
Om op hogere leeftijd een ouderdomsverziendheid (presbyopie) te corrigeren, gebruikt men speciale multifocale lenzen. De aanpassing is vrij complex. De opticien meet het gezichtsvermogen en bepaalt de additiewaarde (ADD). Die verwijst naar het verschil tussen sterkte dichtbij en veraf. Vervolgens stelt hij een geschikte methode voor om de ouderdomsverziendheid te corrigeren.
Besluit: sterkte en andere waarden van contactlenzen
- De brilsterkte komt niet noodzakelijk overeen met de sterkte van contactlenzen.
- Naast de sterkte zijn er andere waarden die van belang zijn bij de aankoop van lenzen.
- De waarden moeten worden bepaald door een vakman, bijvoorbeeld een .